Er is meer dan de Randstad
Gesprek met Dorien van de Pas en Ema Cvrkota van Screen Talent NL
Wat is Screen Talent NL?
Screen Talent NL is een netwerkorganisatie die sinds drie jaar de zeven verschillende regionale talenthubs met elkaar verbindt en waar nodig ondersteunt. Samen zijn de zeven talenthubs onder de koepel van Screen Talent NL inmiddels (bijna) landelijk dekkend. Het initiatief voor het landelijke netwerk lag bij de drie oudste talenthubs CineSud in Limburg, Playgrounds Next in Noord-Brabant en CineNord / New Noardic Wave in de noordelijke provincies. Er was behoefte ontstaan aan meer samenwerking en kennisuitwisseling tussen de hubs. Bovendien kun je je samen beter hardmaken voor een goede landelijke spreiding van middelen en mogelijkheden.
Wat is jullie rol bij Screen Talent NL?
Dorien was het afgelopen jaar intensief betrokken bij het uitdenken en opschrijven van de strategie en het komen tot een gezamenlijke missie en visie. Vanaf januari zal ze met iets meer afstand nog betrokken blijven als adviseur.
Ema is ruim een jaar geleden begonnen als projectleider en houdt zich bezig met het organiseren van verschillende programma’s en activiteiten om het netwerk en de aangesloten hubs verder te versterken.
Hoe zijn de zeven talenthubs in de regio’s ontstaan?
De hubs zijn bottum-up ontstaan uit een lokaal of regionaal gevoelde behoefte om het filmklimaat in dat deel van Nederland te verbeteren. Die behoefte is per regio anders, waardoor de hubs ook ieder hun eigen karakter hebben en specifieke accenten leggen. Ook binnen het netwerk zijn de behoeftes van de verschillende hubs altijd leidend voor wat we organiseren. Het is ook niet het streven dat de hubs zullen toegroeien naar eenzelfde model. Wat ze gemeen hebben is dat ze voor filmmakers in hun regio de toegangspoort willen zijn naar de filmsector.
Wat is de missie van Screen Talent NL?
Onze missie is dat iedereen in Nederland, waar je ook geboren bent of opgroeit, in staat moet zijn om diens talent binnen de audiovisuele industrie te ontdekken, zonder dat je daarvoor per se naar de Randstad moet om dat verder te ontwikkelen. Met de regionale hubs bouwen we aan een landelijk dekkend ecosysteem voor creatief talent, dit draagt bij aan een inclusief en toekomstbestendig film- en AV-klimaat. Een sterke infrastructuur voor talentontwikkeling, kennisdeling, skillstraining, financiering en netwerken. Het gaat ons om de doorstroom van dat talent naar de sector. We zien hierdoor ook dat het besef in de audiovisuele sector groeit dat er méér is dan de Randstad.
Van regionaal naar nationaal naar internationaal?
Ja, of zelfs meteen van regionaal naar internationaal. Het mooie is dat veel van de hubs in grensregio’s zitten en die geografische nabijheid van de buurlanden maakt dat ze hun vizier sowieso al meer naar buiten gericht hebben. In Limburg ziet men bijvoorbeeld mogelijkheden voor internationale coproductie van korte films. Ook hebben zij met Talents to Cannes Limburgse makers meegenomen naar het gelijknamige festival. Dat initiatief is nu verbreed met makers van andere talenthubs. Via Screen Talent Europe, de Europese koepel, worden ook talentprogramma’s aangeboden waarbij makers uit verschillende Europese regio’s samenkomen om hun projecten te ontwikkelen. Zoals afgelopen oktober bijvoorbeeld DocVillage.
Wat zijn internationaal de inspirerende voorbeelden?
Vooral in Denemarken en Zweden zijn ze al veel langer bezig met het versterken van de regio’s. In Denemarken is het inmiddels al zo dat alle financiering van korte films gebeurt in regionaal verband. De financiering van korte films zit dus helemaal niet meer bij het nationale filmfonds. Decision makers van o.a. het landelijk fonds gaan op hun beurt wel één keer per maand langs bij de regionale hubs om de lokale makers daar te leren kennen. Het heeft de meerstemmigheid van makers en films in de Deense sector enorm vergroot, vertellen onze Deense collega’s. In Nederland hebben we nu twee regionale filmfondsen het Limburg Filmfonds en het Frysk Film Fûns en we hopen dat andere regio’s dit voorbeeld in de toekomst kunnen volgen.
Wat is de toegevoegde waarde van de regionale talenthubs voor de Nederlandse filmsector als geheel?
Ook hier zie je dat de regionale talenthubs een rol hebben in het vergroten van meerstemmigheid van de Nederlandse filmsector. Zo was er begin november tijdens het Noordelijk Filmfestival in Leeuwarden een internationale conferentie over het gebruik van regionale en minderheidstalen in audiovisuele producties. In Nederland zie je het gebruik van regionale talen de laatste jaren ook steeds meer opkomen in series als ‘Woeste Grond’ – waar Scenariovakschool-alumnus Birgit van der Jagt aan meeschrijft – maar ook in Limburg bij films als ‘Gluckauf’ en recenter ‘Fabula’. Het gebruik van de ‘moerstaal’ zorgt vaak ook voor een sterke verbondenheid met het (regionale) publiek, belangrijk voor een gezonde filmsector. In Brabant zag je iets vergelijkbaars waar de lokaal gemaakte film ‘De Burgemeestersmoord’ door regionale Pathé theaters werd vertoond – ook hier was een student van de Scenariovakschool, Hanneke Jeronimus bij betrokken. Juist het regionale aspect gaf Pathé blijkbaar vertrouwen dat er publiek voor de film zou zijn en dat is ook zo gebleken. Die verbinding met het publiek is ook iets waar de verschillende talenthubs actief op inzetten.
Kun je wat voorbeelden noemen?
In Friesland hadden ze in oktober dit jaar het project 1001 schermen waarbij korte films van Friese makers werden vertoond buiten het reguliere bioscoopcircuit op schermen in scholen en kerken. Dat creëert enerzijds een vertoningsmogelijkheid voor korte films en boort door de laagdrempeligheid ook een heel nieuw filmpubliek aan. Het Frysk Film Fûns betrekt het reguliere publiek zelfs bij de selectie van projecten door ‘burgerleden’ in de selectiecommissies op te nemen. Een interessante innovatie die daar is ontstaan. Bij de recente open call voor scenaristen van New Noardic Wave en CineNord kiezen ze bewust voor een anonieme selectie omdat ze vinden dat het in de Nederlandse filmwereld nog te vaak draait om wie je kent en niet om wat je kunt. Dat kan anders vinden ze daar en zo zie je dat het vergroten van de autonomie van de regio’s niet alleen tot meerstemmige films en makers kan leiden, maar ook tot meerstemmigheid en vernieuwing in de visie op talentontwikkeling.
Wat doen de talenthubs voor de ontwikkeling van scenaristen?
Steeds meer. Zo is deze maand dus de eerste open call van New Noardic Wave en CineNord publiek gemaakt. Het is hun bedoeling vier keer per jaar een dergelijke call te doen onder de noemer .FinalFinal. Hier kunnen scenaristen een origineel scenario van maximaal 8 pagina’s inzenden met deze eerste keer als thema ‘Waddenrituelen’. De scenario’s worden als gezegd anoniem beoordeeld. De drie beste inzendingen winnen o.a. mentoring door professionals en worden voorgesteld aan producenten en regisseurs in Nederland en Vlaanderen.
In het voorjaar van 2026 gaat Studio Heuvelland (een samenwerking van Limburg Filmfonds en het Nederlands Filmfonds) twee korte films (tot 20 minuten) en één midlength film (30 à 50 minuten) financieren. Het gaat hier om een oproep voor producenten, regisseurs en scenaristen die in Limburg geboren zijn, daar gestudeerd hebben, of daar nu wonen en dus een duidelijke binding met de regio hebben. Naast deze twee specifieke oproepen is het ook goed om eens te kijken naar de reguliere regelingen en mogelijkheden van het Frysk Film Fûns en Limburg filmfonds, er is vaak meer mogelijk dan je denkt. Verder gebeurt er ook in de andere hubs altijd veel op het gebied van talentontwikkeling in de breedste zin en tijdens bijeenkomsten of activiteiten kun je er ook je regionale netwerk opbouwen.
SCREEN TALENT NL is een netwerkorganisatie die talent- en productiehubs op het gebied van film- en AV in heel Nederland versterkt en verbindt. Inmiddels zijn er zeven filmtalenthubs en hubs in wording aangesloten:
CINESUD (Limburg)
NEW NOARDIC WAVE (Friesland, Groningen, Drenthe)
CINENORD (Friesland, Groningen, Drenthe)
PLAYGROUNDS NEXT (Noord-Brabant)
STUDIO CAMERA (Utrecht)
CINEZEE (Zeeland)
OOSTPACT (Gelderland en Overijsel)
Het fonds staat open voor Limburgse filmmakers en filmmakers waarvan hun project (deels) in Limburg geproduceerd wordt. Er is ondersteuning mogelijk voor zowel korte als lange producties in elke vorm en elk genre.
Het Frysk Film Fûns investeert in films en series die de Friese taal, cultuur, identiteit, makers én infrastructuur versterken. Regeling Koart is bedoeld voor projecten tussen de 3 en 20 minuten om regisseurs, schrijvers en producenten de kans geven om een proof of concept voor langer werk te ontwikkelen. De selectie Commissie bestaat uit wisselend samengestelde onafhankelijke experts uit de sector en burgerleden die als publiek meebeslissen over je aanvraag.
STUDIO HEUVELLAND (Limburg Filmfonds i.s.m. Nederlands Filmfonds)
Met een meerjarige aanpak en ruimte voor talentontwikkeling biedt Studio Heuvelland een impuls voor de regionale filmsector. In 2025 ligt de focus op non-fictie, in 2026 op fictie. Binnen de fictie regeling is ruimte voor nieuwe Limburgse verhalen, verteld én geproduceerd door makers uit de regio. Aanvragen kan vanaf 12 januari 2026.
.FINALFINAL (CineNord)
Vier keer per jaar is er een open call met een prikkelend thema, waarvoor korte filmscenario’s kunnen worden ingestuurd. De beste drie scenario’s worden doorgestuurd naar filmprofessionals in Nederland en Vlaanderen. De eerste call ‘Waddenrituelen’ sluit op 9 januari 2026. Een vakkundige jury van professionals uit het werkveld beoordeelt het werk anoniem.
De Europese netwerkorganisatie die de verschillende talenthubs en opkomende makers in Europa met elkaar verbindt. Ze organiseren verschillende talentprogramma’s en netwerk events. Ze hebben momenteel 16 partners in 9 landen waaronder CineSud en CineNord.
