
Een eindeloze tweede akte
Antropologische boekentip voor scenaristen: Tricky Tijden van Jitske Kramer.
Door Sytske Kok
We leven in een eindeloze tweede akte
In Tricky Tijden beschrijft antropoloog Jitske Kramer de huidige tijd als een periode van liminaliteit. Een interessante antropologische term die de tussentijd omschrijft waarin doorgaans een proces van verandering plaatsvindt. Of in de terminologie van een scenarist: de tweede akte. Dat grote middenstuk van een verhaal waarin je vaak verdwaalt, waar soms geen einde aan lijkt te komen, maar waarin de echte verhalenverteller zich kan onderscheiden van de amateur.
Wanneer deze de tweede akte niet goed doordacht is, zien we vaak dat schrijvers met een opeenstapeling van ‘erg’ proberen onze aandacht voor hun verhaal vast te houden. Maar niets is zo saai als een eindeloze actiesequentie die almaar spectaculairder moet omdat de onderliggende dramaturgie ontbreekt. Het is immers de dramaturgie die vormgeeft aan de betekenis van een verhaal en zorgt dat het ons iets kan schelen.
Des te interessanter voor ons als scenaristen om weer eens terug te keren naar de antropologische oorsprong van onze dramaturgie, zeker wanneer die een visie geeft op het verhaal (de slechte film) waar we nu, maatschappelijk gezien, met zijn allen in zitten.
De parallel tussen antropologie en scenariotheorie is niet nieuw. Sinds Joseph Campbell en zijn Hero’s journey, en meer nog het daarop gebaseerde boek The writer’s journey van Christopher Vogler, kennen we de overeenkomsten tussen de rituelen van een rite-de-passage en de klassieke dramaturgie.
De hoofdpersoon verlaat de hem bekende wereld en poogt zich in een onbekende wereld staande te houden, waarbij hij zichzelf flink tegenkomt. Hij moet een angst of iets anders overwinnen en kan dan als herboren terugkeren: een verandering in drie aktes.
Of zoals Jitske Kramer de drie stadia van dit veranderproces vanuit de antropologie omschrijft: separatie – liminaliteit – integratie. Hierbij merkt ze meteen op dat het aan die integratiefase in de huidige tijd vaak ontbreekt, omdat we de consequenties van de nodige veranderingen niet meer lijken te willen aanvaarden. We komen met andere woorden niet meer tot een afronding van onze verhalen.
Kramer suggereert dat hier misschien ook de hedendaagse liefde voor series en binge watchen vandaan komt. Waar speelfilms doorgaans tot een afronding komen – voorheen zelfs met een ondubbelzinnig ‘The end’ na de laatste scène - werpen series aan het einde van iedere aflevering of seizoen juist dwangmatig een nieuw probleem op, een cliffhanger, zodat de honger naar meer niet gestild maar aangewakkerd wordt.
Een van de gevaren van liminaliteit volgens Kramer is het daarin blijven hangen, waarmee we terechtkomen in een permanente liminaliteit ook wel liminoid genoemd. Liminoid is een liminale fase zonder betekenisvolle verandering. Een plaat die blijft hangen in dezelfde groef, Groundhog Day.
Ook de verschillende archetypische personages die volgens de antropologie bij een proces van verandering horen, zoals de mentor, de poortwachter (threshold guardian) de shape-shifter en de trickster, zijn in de scenariowereld sinds The Writers journey gemeengoed.
De interessante observatie die Kramer doet, is dat het archetypische tricksterpersonage (in klassieke verhalen meestal slechts een bijpersonage voor comic relief) in de huidige ‘tricky tijden’ center stage is komen te staan. Kramer gaat uitgebreid in op de problemen die dat met zich meebrengt, waarbij figuren als Trump of Poetin zich tijdens het lezen sterk aan je opdringen.
Kramer omschrijft in haar boek de noodzaak, maar zeker ook de gevaren, van trickster figuren bij veranderingsprocessen. Het zijn personages die veranderingsprocessen in gang kunnen zetten, maar ze missen de kwaliteiten om die af te maken. Het tricksterpersonage tot held maken creëert het liminoid waar onze wereld nu in verzand lijkt geraakt en belemmert het zicht op een wezenlijke en broodnodige transformatie.
Belangrijk daarbij is het besef dat, aldus Kramer: ‘De liminale fase niet het nieuwe verhaal is, het is het verhaal van de zoektocht naar de nieuwe situatie’. En die nieuwe situatie bereiken we pas wanneer we het beest in de bek hebben gekeken en daar ook niet meer van wegkijken. Want alleen die nieuwe situatie, dat nieuwe betekenisvolle verhaal, dat je vertelt met een dramaturgisch onderbouwde derde akte, kan ons uit het liminoid halen.
The end.